Vraag:
Wat betekent de uitdrukking in het Papiaments: ‘Ni patu, ni riu’?
Sluitingsdatum: zondag 6 maart 2011
Prijs: een cadeaubon van Candy Barrel.
Sponsor: ESCRIBA N.V.
(Het inzenden van het antwoord op de prijsvraag gebeurt via e-mail:
revers@cura.net
of door een reply op de door u ontvangen mail. De winnaar wordt door loting bepaald uit de goede inzendingen.)
Sunday, February 6, 2011
Konosé bo Isla 2011-01: antwoord
Antwoord: Maria Porko Sushi
Er zijn 29 inzendingen, waarvan 26 goed:
Max Maria
America Augusta
Ariadne Faries
Max Martina
Solange Nijdam
Glyraine Celestina
Reginald Romer
Siagnee Mariano
Aileen Looman
Angélique Da Costa Gomez
Leendert J.J. Pengel
Winsel Peney
R. Severing
Arelis Hurtado
Jamila Romero
Douglas, Brigitte
Laicam How
Sheryl Losiabaar
Madelyn Francisco
Dominique Jong
Yolanda Chakoetoe
Lucinda Martha
Edward Nahar
Regina v/d Biest
Sam Shorty
L.J.Chr. Dee
Edith Wal
Emely Garcia
Rudy Hollander
De winnares is Ariadne Faries
Iedereen bedankt voor het meedoen.
Er zijn 29 inzendingen, waarvan 26 goed:
Max Maria
America Augusta
Ariadne Faries
Max Martina
Solange Nijdam
Glyraine Celestina
Reginald Romer
Siagnee Mariano
Aileen Looman
Angélique Da Costa Gomez
Leendert J.J. Pengel
Winsel Peney
R. Severing
Arelis Hurtado
Jamila Romero
Douglas, Brigitte
Laicam How
Sheryl Losiabaar
Madelyn Francisco
Dominique Jong
Yolanda Chakoetoe
Lucinda Martha
Edward Nahar
Regina v/d Biest
Sam Shorty
L.J.Chr. Dee
Edith Wal
Emely Garcia
Rudy Hollander
De winnares is Ariadne Faries
Iedereen bedankt voor het meedoen.
Cinelandia
Als ik ergens een hekel aan had, dan was dat koude reskuk (rijstpannenkoek). Dat verkocht de oude vrouw die elke zondagmiddag naast de ingang van Cinelandia achter een bak vol lekkernijen zat. Koud in de zin van niet warm. Pannenkoeken moet je warm eten, vers uit de pan. Zij verkocht ook arepa di pampuna (pompoenpannenkoeken), koud. Dat vond ik helemaal smerig. Ik hield het op een zakje fruta di pan (broodvrucht) met een stukje kokos, een merkwaardige combinatie weliswaar, maar lekker. Dat wist de oude verkoopster, want ze zette het zakje al klaar wanneer zij mij aan zag komen. Ik betaalde met gepast geld, een kwartje.
Dit gebeurde allemaal nadat ik een kaartje had gekocht voor de voorstelling van half zeven: Bandits of the West, van Alan Rocky Lane. Hij was een betere tipo, held, dan Roy Rogers. Hij liet zich niet makkelijk in de luren leggen. Ik hoefde mij niet te haasten om naar binnen te gaan, want het eerste half uur zag je toch geen pest. Pas rond zeven uur zag je Alan Rocky Lane voorbij stuiven op zijn witte paard helemaal in het wit gekleed, achter de bandiet op een zwart paard en in het zwart gekleed aan .
‘Kijk boven je,’ riepen wij allemaal hysterisch. Maar het was te laat. De bandiet was op een rots geklommen en sprong bovenop Alan Rocky Lane toen deze, niets vermoedend, voorbij galoppeerde. Zij vielen allebei op de grond en gingen met elkaar op de vuist. ‘Hul e,’ schreeuwden wij bij elke vuistslag. ‘Hul e!’ ‘Sla hem!’ Maar de bandiet ontsnapte. ‘Stommerik.’ schreeuwden wij tegen Alan Rocky Lane.
Wat deed je als Otrobandista in Cinelandia? Goede vraag. Cinelandia was het domein van de jongens uit Pietermaai, Fleur de Marie, Sint Jago, Parera ... En er waren daar lastige individuen tussen.
‘Hul e,’ klonk het achter in de zaal. ‘Hul e.’ Alan Rocky Lane zat rustig op een stoel voor de Cantina een sigaret te roken. Nee, het gevecht was in filmzaal. Iedereen vergat het scherm en rende naar achteren. Het licht ging aan. Een jongen in het wit klom op een stoel en sprong op een andere jongen in het zwart. Zij tuimelden over de stoelen. Iedereen maakte plaats. ‘Hul e!’ De beheerder kwam aanlopen. Iedereen snelde naar zijn zitplaats. De twee jongens stonden op en gingen voorin zitten. Het licht ging weer uit.
De bandiet liep de Cantina binnen, in het wit gekleed. ‘Hij is het, pak hem,’ schreeuwden wij. Maar Alan Rocky Lane had niets in de gaten. Hij had zijn hoed over zijn ogen geschoven en deed een dutje. ‘Och, och, och, wat een stommerik,’ jammerden wij.
Op de muur aan de oostzijde van de filmzaal verscheen een gestalte. Het silhouet tekende zich af tegen de heldere sterrenhemel. Er verscheen nog een gedaante en nog een. Alle drie verdwenen tegelijk. Zij waren in de zaal gesprongen. Vanachter in de zaal schenen twee lichtbundels. Achter de lichtbundels liepen twee politieagenten. Iedereen zat doodstil. Niemand bewoog. De drie gestalten waren opgelost in het duister tussen de stoelen van de middelste rij. Ik had het door midden gescheurde entreekaartje klaar in mijn hand. Een lichtbundel scheen erop. Het licht verplaatste zich. Even later liepen de politieagenten weer naar achteren. Zij hadden drie jongens bij de kraag.
De bandiet ging aan de bar staan en bestelde een dubbele whisky. De barman schonk de whisky in met bevende handen. In plaats van te betalen, grijnsde de bandiet en liet zijn gouden tanden zien. Alan Rocky Lane kwam naast hem staan. Wij hielden onze adem in. Plotseling verschenen er allemaal rare tekens en sterretjes op het scherm. Het scherm werd wit. De filmstrook was geknapt. ‘Krak,’ klonk het. Een stoel rechtsvoor in de zaal sneuvelde. ‘Krak.’ Nog één, nu linksvoor. ‘Ik wil mijn geld terug,’ riep iemand.
Na een poosje werd de film hervat. Alan Rocky Lane zat op zijn paard. Hij floot en zong een liedje. Daarna draaide hij zich om en liet zijn paard steigeren. Het licht ging aan. The End.
K.
Dit gebeurde allemaal nadat ik een kaartje had gekocht voor de voorstelling van half zeven: Bandits of the West, van Alan Rocky Lane. Hij was een betere tipo, held, dan Roy Rogers. Hij liet zich niet makkelijk in de luren leggen. Ik hoefde mij niet te haasten om naar binnen te gaan, want het eerste half uur zag je toch geen pest. Pas rond zeven uur zag je Alan Rocky Lane voorbij stuiven op zijn witte paard helemaal in het wit gekleed, achter de bandiet op een zwart paard en in het zwart gekleed aan .
‘Kijk boven je,’ riepen wij allemaal hysterisch. Maar het was te laat. De bandiet was op een rots geklommen en sprong bovenop Alan Rocky Lane toen deze, niets vermoedend, voorbij galoppeerde. Zij vielen allebei op de grond en gingen met elkaar op de vuist. ‘Hul e,’ schreeuwden wij bij elke vuistslag. ‘Hul e!’ ‘Sla hem!’ Maar de bandiet ontsnapte. ‘Stommerik.’ schreeuwden wij tegen Alan Rocky Lane.
Wat deed je als Otrobandista in Cinelandia? Goede vraag. Cinelandia was het domein van de jongens uit Pietermaai, Fleur de Marie, Sint Jago, Parera ... En er waren daar lastige individuen tussen.
‘Hul e,’ klonk het achter in de zaal. ‘Hul e.’ Alan Rocky Lane zat rustig op een stoel voor de Cantina een sigaret te roken. Nee, het gevecht was in filmzaal. Iedereen vergat het scherm en rende naar achteren. Het licht ging aan. Een jongen in het wit klom op een stoel en sprong op een andere jongen in het zwart. Zij tuimelden over de stoelen. Iedereen maakte plaats. ‘Hul e!’ De beheerder kwam aanlopen. Iedereen snelde naar zijn zitplaats. De twee jongens stonden op en gingen voorin zitten. Het licht ging weer uit.
De bandiet liep de Cantina binnen, in het wit gekleed. ‘Hij is het, pak hem,’ schreeuwden wij. Maar Alan Rocky Lane had niets in de gaten. Hij had zijn hoed over zijn ogen geschoven en deed een dutje. ‘Och, och, och, wat een stommerik,’ jammerden wij.
Op de muur aan de oostzijde van de filmzaal verscheen een gestalte. Het silhouet tekende zich af tegen de heldere sterrenhemel. Er verscheen nog een gedaante en nog een. Alle drie verdwenen tegelijk. Zij waren in de zaal gesprongen. Vanachter in de zaal schenen twee lichtbundels. Achter de lichtbundels liepen twee politieagenten. Iedereen zat doodstil. Niemand bewoog. De drie gestalten waren opgelost in het duister tussen de stoelen van de middelste rij. Ik had het door midden gescheurde entreekaartje klaar in mijn hand. Een lichtbundel scheen erop. Het licht verplaatste zich. Even later liepen de politieagenten weer naar achteren. Zij hadden drie jongens bij de kraag.
De bandiet ging aan de bar staan en bestelde een dubbele whisky. De barman schonk de whisky in met bevende handen. In plaats van te betalen, grijnsde de bandiet en liet zijn gouden tanden zien. Alan Rocky Lane kwam naast hem staan. Wij hielden onze adem in. Plotseling verschenen er allemaal rare tekens en sterretjes op het scherm. Het scherm werd wit. De filmstrook was geknapt. ‘Krak,’ klonk het. Een stoel rechtsvoor in de zaal sneuvelde. ‘Krak.’ Nog één, nu linksvoor. ‘Ik wil mijn geld terug,’ riep iemand.
Na een poosje werd de film hervat. Alan Rocky Lane zat op zijn paard. Hij floot en zong een liedje. Daarna draaide hij zich om en liet zijn paard steigeren. Het licht ging aan. The End.
K.
Waar leef je?
Het toestel op de vergadertafel piept twee keer. Een mooi dingetje, wit met een zilveren rand in een wit etuitje. Linda Treurniet pakt het snel op en drukt op een toets. Johan van den Bergh, verkoopmanager van IT4U, twijfelt. Moet hij doorgaan met de presentatie of moet hij even stil blijven? Linda kijkt met een schichtige blik op en knikt dat hij door moet gaan. Johan had net iedereen in zijn greep, hij was vol zelfvertrouwen. Nog één plaatje en ik heb ze over de streep, dacht hij. Maar nu is hij hun aandacht kwijt. In een fractie van een seconde.
Linda kijkt op het scherm en leest het bericht. Mariëla is bevallen van een meisje. Dat het een meisje was, wisten zij allang. Tegenwoordig weet je alles van te voren. De medische wetenschap staat voor niets. De dokter heeft zelfs al de intelligentie van het kind vastgesteld aan de hand van het aantal schoppen per tijdseenheid tegen de buik van de moeder.
Linda glimlacht. Niet tegen Johan, maar tegen zichzelf. Zij wordt de madrina, dat was afgesproken. Nee, niet daarom glimlacht zij. Zij glimlacht omdat in het bericht staat dat Michael de padrino wordt. Een knappe jongen, die Michael. Zij was al een tijd aan het broeden op hoe zij met hem in contact kon komen. Nu komt hij uit de hemel vallen.
Johan is toch niet doorgegaan met de presentatie, hij wacht totdat Linda weer opkijkt. Linda Treurniet MBA is de Financieel Manager van Bo Banko N.V. en Johan wil een nieuwe accounting software aan de bank slijten. Linda kijkt aandachtig op. Johan herhaalt wat er op het vorige plaatje stond: de tien voordelen van de nieuwe software. Linda knikt instemmend. ‘Piep, piep,’ gaat het toestel weer. Linda kijkt en krijgt de slappe lach. Een foto van Michael.
In het dorp Kitengui in Bas-Congo dansen de vrouwen in het rond van blijdschap. Er is een meisje geboren, gezond en wel. De goden worden bedankt. De moeder van veertien maakt het ook goed. De vader mag het kind nog niet zien. Twee weken later krijgt de familie in het dorp Niala, 200 kilometer verderop, bericht van de geboorte van hun nicht. Zij heet Dime Robo: zij die voor een dubbeltje geboren is. Het bericht wordt doorgeseind en komt een week later aan in het volgende dorp: ‘Onze nicht is geboren in Kitengui en zij heet Dime Robo. Volgende maand is het doopfeest.’ ‘Robo?’mompelt de dorpsoudste. ‘Zij die nooit een kwartje wordt?’
Jessica zit in haar auto, een grote grijze SUV, op de parkeerplaats van Fort Nassau. Het is zondagochtend zes uur. De parkeerplaats is verlaten, op een witte Toyota na die een eindje verderop geparkeerd staat. Toen Jessica aankwam rijden heeft zij gezien dat er jong stel in de auto zit. Zij heeft haar auto geparkeerd met de neus naar de straat en de motor en de lichten aan. Zij kijkt op de klok. Wat raar. De meiden zijn nooit laat. Integendeel, zij komt meestal als laatste aanrijden.
Zij beginnen precies om zes uur te lopen. Berg af richting CPA en dan linksaf naar Telecuraçao. Dat is het makkelijke gedeelte. Maar nu terug. Vijf keer heen en terug. Zij moeten terug, de auto’s staan boven op de heuvel geparkeerd. Psychologisch bedacht.
Het is tien over zes. Nu moet zij wel gaan bellen. Het kan toch niet dat zij zich alle vijf verslapen hebben. Linda proberen. Geen gehoor. Nog een keer. Eindelijk, Joyceline.
‘Hallo?’ klinkt een slaperige stem.
‘Met Jessica, ik sta hier alleen, wat is er gebeurd?’
‘Wat bedoel je? Er is niets gebeurd. Wij hadden gisteravond een doopfeest. Linda heeft iedereen gepingd op hun BlackBerry.’
‘Ik heb geen BlackBerry,’ antwoordt Jessica onnozel.
‘O nee?’ klinkt het verbaasd aan de andere kant van de lijn. ‘Waar leef je?’
‘Moet ik zo’n ding hebben dan?’ wil Jessica zeggen, maar Joyceline heeft al opgehangen.
K.
Linda kijkt op het scherm en leest het bericht. Mariëla is bevallen van een meisje. Dat het een meisje was, wisten zij allang. Tegenwoordig weet je alles van te voren. De medische wetenschap staat voor niets. De dokter heeft zelfs al de intelligentie van het kind vastgesteld aan de hand van het aantal schoppen per tijdseenheid tegen de buik van de moeder.
Linda glimlacht. Niet tegen Johan, maar tegen zichzelf. Zij wordt de madrina, dat was afgesproken. Nee, niet daarom glimlacht zij. Zij glimlacht omdat in het bericht staat dat Michael de padrino wordt. Een knappe jongen, die Michael. Zij was al een tijd aan het broeden op hoe zij met hem in contact kon komen. Nu komt hij uit de hemel vallen.
Johan is toch niet doorgegaan met de presentatie, hij wacht totdat Linda weer opkijkt. Linda Treurniet MBA is de Financieel Manager van Bo Banko N.V. en Johan wil een nieuwe accounting software aan de bank slijten. Linda kijkt aandachtig op. Johan herhaalt wat er op het vorige plaatje stond: de tien voordelen van de nieuwe software. Linda knikt instemmend. ‘Piep, piep,’ gaat het toestel weer. Linda kijkt en krijgt de slappe lach. Een foto van Michael.
In het dorp Kitengui in Bas-Congo dansen de vrouwen in het rond van blijdschap. Er is een meisje geboren, gezond en wel. De goden worden bedankt. De moeder van veertien maakt het ook goed. De vader mag het kind nog niet zien. Twee weken later krijgt de familie in het dorp Niala, 200 kilometer verderop, bericht van de geboorte van hun nicht. Zij heet Dime Robo: zij die voor een dubbeltje geboren is. Het bericht wordt doorgeseind en komt een week later aan in het volgende dorp: ‘Onze nicht is geboren in Kitengui en zij heet Dime Robo. Volgende maand is het doopfeest.’ ‘Robo?’mompelt de dorpsoudste. ‘Zij die nooit een kwartje wordt?’
Jessica zit in haar auto, een grote grijze SUV, op de parkeerplaats van Fort Nassau. Het is zondagochtend zes uur. De parkeerplaats is verlaten, op een witte Toyota na die een eindje verderop geparkeerd staat. Toen Jessica aankwam rijden heeft zij gezien dat er jong stel in de auto zit. Zij heeft haar auto geparkeerd met de neus naar de straat en de motor en de lichten aan. Zij kijkt op de klok. Wat raar. De meiden zijn nooit laat. Integendeel, zij komt meestal als laatste aanrijden.
Zij beginnen precies om zes uur te lopen. Berg af richting CPA en dan linksaf naar Telecuraçao. Dat is het makkelijke gedeelte. Maar nu terug. Vijf keer heen en terug. Zij moeten terug, de auto’s staan boven op de heuvel geparkeerd. Psychologisch bedacht.
Het is tien over zes. Nu moet zij wel gaan bellen. Het kan toch niet dat zij zich alle vijf verslapen hebben. Linda proberen. Geen gehoor. Nog een keer. Eindelijk, Joyceline.
‘Hallo?’ klinkt een slaperige stem.
‘Met Jessica, ik sta hier alleen, wat is er gebeurd?’
‘Wat bedoel je? Er is niets gebeurd. Wij hadden gisteravond een doopfeest. Linda heeft iedereen gepingd op hun BlackBerry.’
‘Ik heb geen BlackBerry,’ antwoordt Jessica onnozel.
‘O nee?’ klinkt het verbaasd aan de andere kant van de lijn. ‘Waar leef je?’
‘Moet ik zo’n ding hebben dan?’ wil Jessica zeggen, maar Joyceline heeft al opgehangen.
K.
Subscribe to:
Posts (Atom)