‘De wind waait’ is een uitspraak vergelijkbaar met ‘de cirkel is rond’. De cirkel kan niets anders zijn dan rond, zo kan de wind niets anders doen dan waaien. In een strikt natuurkundige zin dan. De wind is het stromen van lucht van de ene plaats naar de andere, veroorzaakt door drukverschillen in de atmosfeer.
“Daar heb ik geen boodschap aan,” zegt Bartholomeus de dichter en schrijver, “leg dat maar uit aan Lucretius mijn teckel of aan Maria Magdalena, de poes van mijn buurvrouw. Voor mij is de wind een poëtisch element, een bron van inspiratie, vooral door zijn afwezigheid bij achtendertig graden in de schaduw.”
Bartholomeus ten spijt, de wind is niet stoffelijk, je kunt de wind niet in een doos stoppen.
“Ho, ho, ho,” protesteert de poëet, “nu word ik even dichterlijk verontwaardigd. Als je de duvel in een doos kunt krijgen, dan kun je ook de wind in een doos krijgen. Je gaat mij toch niet vertellen dat de duvel niet stoffelijk is. En voor uw informatie, de wind kan ook huilen.” En alsof de duvel ermee speelt, begint buiten de wind te huilen. And the wind cries Mary.
Wie een luchtstroom van plaats A naar plaats B zaait, zal een luchtstroom met een snelheid van honderd kilometer per uur oogsten. In zoverre heeft Bartholomeus gelijk dat dit niet zo gezegd wordt. Wie wind zaait zal storm oogsten. Het zaad brengt geen koren voort, en als het al vrucht draagt dan geeft het geen meel, en als het al meel geeft dan wordt het door vreemden verslonden.
“En of ik gelijk heb, maar nu moet je als de sodemieter ophouden met dat Bijbelse geouwehoer, want ik word echt poëtisch boos. Niemand heeft hier wind gezaaid en niemand zal dientengevolge storm oogsten. Het volk heeft gekozen en de stem van God is de stem van het volk, of omgekeerd, ja omgekeerd. En daar kan geen enkele zuurpruim ook maar ene moer aan veranderen. De lezer vergeve mij mijn plebejische taalgebruik. Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet. Ga maar schrijven over Nanzi en zijn kornuiten of zo, maar zit geen onzin uit te kramen waar Lucretius geen brood van lust.”
Bartholomeus kan als dichter en als schrijver op het dak gaan zitten, ik ga verder. De wind die het hele jaar door vanuit dezelfde richting waait, is ook karakteristiek voor ons klimaat. De noordoostpassaat, waar je tenminste op kan rekenen, werd al door de fraters bezongen.
“Wat bedoel je met het bijwoord tenminste?”
Het antwoord aan een dwaas is zwijgen. Dus de wind werd al door de fraters bezongen in het bekende lied ‘Schoon is de West’.
“Je geeft geen antwoord. Bedoel je dat je niet op het volk kan rekenen? Dat het volk niet standvastig is? Wat is er standvastiger dan de ingeslagen weg voort te zetten, als dat het is wat men wil. Wat doet je denken dat je het beter weet dan het volk? Potentia ad populum.”
Gewoon negeren. Dus de fraters bezongen de noordoostpassaat al in het liedje ‘Schoon is de West’.
Schoon is de West, is 't land mijner dromen,
Heerlijk omstuwd door de ruisende zee.
Ruw zijn de rotsen en grillig de bomen,
Krachtig de wind als hij waait langs de ree.
Heerlijk omstuwd door de ruisende zee.
Ruw zijn de rotsen en grillig de bomen,
Krachtig de wind als hij waait langs de ree.
“Hou op, ik word er kotsmisselijk van. Dit klinkt 24-karaats koloniaal. Als hij waait langs de ree. Waar is de t gebleven? Van wie is het lied, zei je? Van de fraters? Je maakt mij niet wijs dat je bij de fraters op school bent geweest, daar ben je te zwart voor. En nu moet ik een wind laten. Krachtig de wind als hij komt uit mijn ree.”
Het gaat hem voor de wind.
No comments:
Post a Comment