Het transitiekabinet of overgangskabinet of tijdelijk kabinet -het leven zelf is ook tijdelijk- of hoe je het ook wilt noemen, zit nu, het weekend niet meegerekend, precies een maand. Wat hebben zij in die maand bereikt? Een maand is te kort, zou u zeggen, maar kort is relatief. Een normaal kabinet zou verhoudingsgewijs nu acht maanden zitten.
Wat zou een normaal kabinet in acht maanden hebben kunnen doen? Regeren? Met nog drie jaar en vier maanden voor de boeg, is daar geen haast mee. Acht maanden is een beetje het einde van de periode waarin de coalitiepartners aan elkaar snuffelen om uit te vinden wat zij aan elkaar hebben. De huidige coalitiepartners hebben daar zes maanden voor uitgetrokken, de zittingsperiode van het takenkabinet. Juist, zo heet het, het schoot mij net te binnen.
Na acht maanden breekt ook langzamerhand de tijd aan dat de nieuwe regering moet ophouden de vorige regering de schuld van alles te geven en de hand in eigen boezem beginnen te steken. Immers, het volk heeft een nieuwe regering gekozen omdat het vond dat de vorige het niet zo best heeft gedaan.
Inmiddels zijn de kaarten ook geschud in het ambtenarenapparaat. Wie eerst een grote mond had, piept nu een toontje lager en vraagt een overplaatsing aan of meldt zich voorlopig ziek in de hoop dat de nieuwe regering vandaag of morgen valt.
Dat alles gebeurt niet binnen een maand. Een regering valt niet binnen een maand, hoewel de Grieken dat bijna geflikt hebben. In de eerste maand maakt men kennis met elkaar en met anderen, leest men dossiers door, probeert men uit te vinden wie vriend en wie vijand is, verkent men de valkuilen, heeft men de beste voornemens, is men optimistisch gestemd en groeit de schare verre familieleden.
Maar ... in een maand broedt een kip, dus alles is relatief. Over relativiteit gesproken, die wijsheid wordt toegeschreven aan Einstein, hoewel Galileo Galilei en Isaac Newton die eeuwen eerder al hadden ontdekt. Wij gebruiken allemaal die uitdrukking zonder precies te weten waar wij het over hebben.
Relativiteit betekent simpel gezegd dat iets een betekenis krijgt ten opzichte van de betekenis van iets anders en vice versa. Niet simpel? Onze natuurkundeleraar gaf altijd als voorbeeld dat je schoen schoonmaken met een doek hetzelfde is als het doek vuil maken met je schoen. Denk daar eens over na. Wij keken hem met glazige ogen aan en de moed zonk hem in de schoenen.
Wie in een trein gezeten heeft, kent wel het vreemde gevoel dat wanneer een andere trein naast uw trein komt rijden, het lijkt alsof uw trein achteruit rijdt in plaats van vooruit. Wie kan dat verklaren?
Het schijnt dus dat wij verschijnselen waarnemen die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Want een ding is zeker, uw trein rijdt vooruit en niet achteruit. Eng, hè? Hoe weet u nu of iets werkelijkheid is of dat Einstein u niet een poets bakt met zijn relativiteit? Waar ligt de grens?
Hebt u al een verklaring gevonden voor de treinen? Het heeft te maken met het gegeven dat snelheid een relatief begrip is. Als uw auto een snelheid heeft van tachtig kilometer per uur, dan is dat de snelheid ten opzichte van de stilstaande omgeving. Komt er nu een auto naast u rijden met ook een snelheid van tachtig kilometer per uur, dan staan de twee auto’s stil ten opzichte van elkaar en kunt u gezellig babbelen met de andere bestuurder.
Herinnert u zich de oude cowboyfilms waarin de wielen van de karren in de tegenovergestelde richting draaiden? Hoe kwam dat?
Wacht eens even. Nu zijn we wel heel erg afgedwaald. Laten wij terugkeren tot de oorspronkelijke vraag. Is een maand te kort? Voor een takenkabinet wel, voor een broedende kip niet.