Wu Fu was ‘s
ochtends vroeg op het vliegveld aangekomen. Hij had zijn vakantie speciaal voor
deze meeting onderbroken. De zaak was ernstig, zeer ernstig.
In zijn paspoort stond William Fernandez, Miami,
Florida. Hij gebruikte altijd zijn initialen, welke naam hij ook aannam. Voor
deze gelegenheid had hij gekozen voor de gedaante van een Latino-Amerikaan van
rond de vijftig. Stevig gebouwd, gespierd, 1.88 m, een lichtbruine tint als van
iemand die elke morgen in de zon tenniste, licht kroezend haar en een beetje
kalend, want dat dwong respect af.
In het vliegtuig zaten nog meer
Transformisten. In de business class was zijn blik gevallen op een beeldschone
vrouw, lang zwart haar, slank met rondingen op de juiste plekken, een gedaante
die met zorg was uitgekozen. Wu probeerde om via zijn microgolven contact met
haar te krijgen, maar zij was geblokkeerd, zij was in airplane mode.
In de rij voor de immigratie stond hij
achter haar. De immigratiebeambte had een grijns van oor tot oor. Toen zij haar
paspoort overhandigde, kon Wu snel in de ogen van de beambte haar naam aflezen,
Angelita de Jesus, Cali, Colombia. Een slimme zet, want alle deuren gingen voor
haar open. Zij kon zonder enig gedoe doorlopen.
Toen Wu aan de beurt was, zette de beambte
weer zijn onweersgezicht op. Hij keek niet eens op toen Wu zijn paspoort op de
balie zette. Wu had ongemerkt het land kunnen binnenkomen, zoals al die andere
keren. Maar zij hadden afgesproken om alles legaal te doen, de zaak was te
delicaat. Zij konden geen risico’s nemen.
De immigratiebeambte gromde iets
onverstaanbaars. De vertaalcellen in Wu’s hersenen konden het niet decoderen.
Hij wist zeker dat zijn paspoort in orde was, de vervalsingen waren altijd van
topkwaliteit. Hij had nu beslist geen zin in onzin, hij wilde Angelita
achterna, niet om het een en ander, maar hij wilde weten wat zij van de zaak
afwist.
De beambte draalde nog steeds. Wu zond een
pijnsignaal uit en de beambte kreeg acuut diarree. “Doorlopen, verdomme,”
kreunde hij en verdween vanachter de balie.
Buiten zag Wu Angelita in een taxi stappen
en hij kon nog net de naam van het hotel liplezen, toen de taxichauffeur deze
herhaalde.
Hij stapte in de volgende taxi. “Hyatt,” zei
hij tegen de chauffeuse, maar zij reageerde niet. Zij bleef alleen maar met
haar ogen knipperen en begon zwaar adem te halen. De auto achter haar toeterde.
Wu schakelde zijn parfum uit, hij vergat telkens dat het bij sommige vrouwen
oerdriften opwekte.
Wu checkte in onder de naam William
Fernandez, zette zijn spullen op de kamer en ging meteen weer naar buiten. Daar
stond de taxi nog steeds, hij stapte in. “Renaissance,” zei hij tegen de
chauffeuse. Zij reed meteen weg, zij had Wu niet eens herkend.
In Renaissance liep Wu meteen naar het
toilet en transformeerde zich in zijn lievelingsgedaante: een korte, dikke
Chinees met pretoogjes. Eerst moest hij wat geld winnen in de casino om zijn
verblijf te bekostigen en daarna zou hij op zoek gaan naar Angelita, want zij
was hier naartoe gereden.
Hij had geluk. In de casino ging hij aan een
tafel zitten naast de mooiste negerin die hij ooit in zijn leven gezien had. Verrek,
dacht hij, waar haalt zij die gedaanten vandaan?
“Wu Fu,” stelde hij zich voor.
“Alala Asaria,” sprak zij met een fluwelen
stem en glimlachte. Haar sneeuwwitte tanden glinsterden als diamanten in het
licht van de lampen. Vanavond extra energiepillen innemen, nam Wu zich voor.
“Wachtwoord?” vroeg hij. “Black Peter,”
antwoordde Alala. “Wat weet je van de zaak?” wilde Wu weten.
“Er loopt een ongeïdentificeerde
Transformist hier rond.” “Dat is ernstig.” “Dat is heel ernstig. Hij is een
zwarte die zich in een zwarte transformeert.” “Dat is absurd. Moeten wij hem
uitschakelen?” “Hij schijnt onschuldig te zijn.”
Plotseling hoorden zij kinderen gillen in de
lobby. Zij sprongen op en renden de casino uit om hen te hulp te schieten. De
lobby was vol en tussen de kinderen door renden zwarte figuren gekleed in alle
kleuren van de regenboog.
Wu en Alala keken elkaar met open monden aan.
“Black Peters?” vroegen zij tegelijkertijd en schoten in de lach.
No comments:
Post a Comment