Het was midden op de dag en de zon stond hoog aan de
hemel. De Shi, de vrouw van de Shon, zocht verpozing in het koele,
kristalheldere water aan het strand. Plotseling zag zij op de bodem van de zee
iets zwarts glinsteren. Toen zij het opraapte, zag zij dat het een zwarte
koraal was, het mooiste dat zij ooit gezien had.
“Ik zou graag
zo’n mooi zwart kindje willen hebben,” sprak de Shi en haar wens werd vervuld.
Spoedig daarna kreeg zij het mooiste zwarte meisje van het hele land. Ze noemde
haar Roetzwartje.
De Shi stierf en
de Shon trouwde met een andere Shi. Deze nieuwe Shi was heel mooi, maar ook
heel ijdel. Ze wilde voor altijd de mooiste van het land zijn.
Uit een ver land
liet zij een heel bijzondere papegaai halen. Iedere keer als zij aan de
papegaai vroeg:
“Lorito, lorito
in de kooi, wie is lelijk en wie is mooi?” antwoordde de papegaai, “Iedereen is
lelijk en de Shi is mooi.” De Shi schaterlachte.
Op een dag vroeg
zij weer hetzelfde aan de papegaai en deze antwoordde: “Mijn Shi, heel mooi
bent u, maar Roetzwartje is mooier nu.” De Shi schrok en trilde van ergernis.
“Roetzwartje moet dood,” gromde zij.
Hoog in de
bergen van Montaña woonden de zeven moortjes. Zij hadden een cactusplantage en
brouwden cactusbier. Toen zij ’s avonds thuis kwamen, zagen zij een heel mooi
zwart meisje in hun bed liggen. Zij sliep en de moortjes wilden haar niet
wakker maken.
Roetzwartje werd
’s morgens wakker en schrok van de zeven moortjes, maar deze waren heel
vriendelijk. Roetzwartje vertelde hun toen dat haar stiefmoeder haar dood wilde
hebben en dat zij Bas Pipi, de boeman, daarvoor had ingehuurd. Maar Bas Pipi
had haar in leven gelaten en haar naar dit kunukuhuisje gebracht.
Diezelfde
ochtend ging de Shi naar de papegaai. Zij vroeg hem wie de mooiste was en de
papegaai antwoordde: “Mijn Shi, heel mooi bent u, maar Roetzwartje bij de zeven
moortjes, die met de spitse oortjes, is mooier nu.”
De Shi was in
alle staten. “Bas Pipi,” riep zij woedend, “Bas Pipi, kom hier. Wie denk je dat
ik ben? Een stomme neger als jij? Ga naar het huis van de moortjes en doe je
werk, anders maak ik zoute drop van je.” Maar Bas Pipi stak zijn middelvinger
tegen haar op.
“Dan doe ik het
zelf,” raasde de Shi. “Ik zal haar zelf doodmaken.” Zij ging naar de keuken en
spoot gif in de grote mango’s die op het aanrecht lagen. Zij verkleedde zich
als een oude vrouw en strompelde naar het huisje van de moortjes.
“Lekkere
mango’s,” riep zij met een beverige stem. Roetzwartje kwam naar buiten. Mango
was haar lievelingsvrucht en zij lustte er wel een. “Kies maar eentje,” zei de
oude vrouw met een valse stem. Roetzwartje merkte dat niet en nam de grootste.
Nauwelijks had zij een hap genomen of zij viel dood neer. De Shi gierde.
Meteen toen zij
thuis kwam, vroeg zij aan de papegaai wie de mooiste van het land was. “Iedereen
is lelijk en de Shi is mooi,” antwoordde de papegaai. De Shi rolde over de
vloer van blijdschap.
’s Avonds
keerden de moortjes huiswaarts en vonden Roetzwartje dood op de vloer. De zeven
moortjes weenden zeven dagen en zeven nachten, en toen het tijd werd om haar te
begraven, zagen zij dat haar zwarte huid even mooi glansde als toen zij nog in
leven was. Zo’n mooi meisje kunnen wij niet aan de wormen voeren, vonden zij en
zij besloten een glazen kist te maken, die zij op de hoogste top van de berg
neerzetten.
De volgende dag
kwam de zoon van de Shon van Sabana langs op zijn paard. Hij zag iets
glinsteren boven op de berg en ging kijken. Toen hij het mooie Roetzwartje in
de glazen kist zag liggen, viel hij bijna van zijn paard en stootte de kist om.
Door de schok schoot een stuk giftige mango uit Roetzwartjes keel. Zij deed
haar ogen open en zag de jongeman. Zij werden meteen verliefd op elkaar.
Later die dag vroeg
de slechte Shi aan de papegaai wie de mooiste van het land was en deze
antwoordde: “O Shi, heel mooi bent u, maar de jonge Shi van Sabana is veel
mooier nu.”
No comments:
Post a Comment