Friday, March 13, 2009

Gewoon hard werken

De charme van Curaçao toont zich al bij het ontbijt. Je staat zaterdagochtend vroeg in de rij in de Nieuwe Markt om bij Morena en Poppy een broodje te bestellen en je wordt aangesproken door de klant die achter je staat.

‘Het wordt een warme dag vandaag meneer, het is pas zeven uur en de zon staat al hoog aan de hemel. En alles wordt duurder, de gewone man houdt geen cent meer over. Wie kan dat allemaal betalen? Water, elektriciteit, gasoline, alles wordt duurder en de overheid staat dit allemaal toe. Begrijpelijk ook want zij hoeven zelf niets te betalen, alles krijgen zij gratis.’

Ik hoef alleen maar te knikken om de conversatie gaande te houden. Zijn mobiele telefoon gaat, zo te horen plaatst iemand een bestelling. Hij herhaalt steeds wat de persoon aan de andere kant van de lijn zegt, maar schrijft niets op. Dat wordt dus ruzie straks. Ik merk niet dat ik aan de beurt ben.

‘Een broodje zoutvlees met een beetje peper, dushi?’ vraagt Morena.
Morena snijdt de broodjes en Poppy schenkt koffie en thee in en rekent af. Zij staan met hun tweeën al twintig jaar op dezelfde plek in de Nieuwe Markt belegde broodjes te verkopen, elke dag behalve op zondag. Iedere dag staat er een lange rij klanten bij hun kraampje geduldig te wachten, eind van de maand is de rij iets langer. Morena herkent ieder gezicht en weet welk broodje bij welk gezicht hoort. Op de tafel staan wel twintig potten, je kunt van alles op brood krijgen: kip, rundvlees, karbonade, salades, zoutvlees, gebakken vis, bakkeljauw, bokking, advocaat. Combinaties zijn ook mogelijk: een broodje met advocaat en zoutvlees.

In de rij staan dames die in de winkels in Punda werken. Zij zien er allemaal netjes en verzorgd uit, mooie jurken en nette kapsels. Een enkeling heeft een strakke spijkerbroek aan die haar stevige billen, kenmerkend voor het negroïde ras, accentueert. Een genot voor het oog. En ook voor de neus, want allemaal gebruiken zij dure parfums.

‘Kruidenthee zonder suiker?’ vraagt Poppy. ‘Hoe gaat het met de kinderen, komen zij met vakantie?’
Zij verwacht geen antwoord, want zij heeft de thee al ingeschonken en is bezig met een andere klant. Iedere week vraagt zij naar de kinderen. Ik hoef niet meteen te betalen, pas als ik het broodje en de thee op heb. Het privilege van een vaste klant. Ik mag ook plaatsnemen op het bankje dat zij clandestien onder de tafel heeft geschoven. Ik reken af, vier gulden vijftig. Voor dat bedrag koop je in Nederland een reepje chocola, geen ontbijt.

Er staan nog meer kraampjes met etenswaar. Een mevrouw zit achter een tafeltje vol thermosflessen. Zij verkoopt pap. Havermoutpap met kaneel en veel suiker en ook gortepap (puspas). Naast haar verkoopt een mevrouw taart en Curaçaose lekkernijen. Haar tafel met taarten zou je eerder op een Heilige Communiefeest verwachten. De stukjes taart gaan als warme broodjes.

Wat hebben al die vrouwen met elkaar gemeen? Allemaal moeten ’s ochtends vroeg opstaan. Om vier uur of misschien zelfs om drie uur, om eten te koken, pap te maken, taart te bakken. Zij moeten op tijd in de markt zijn om alles uit te stallen. Zij moeten vriendelijk zijn en hun klanten snel helpen. ’s Middags moeten zij alles opruimen en afwassen. Zij moeten inkopen doen, transportkosten betalen en iets overhouden voor hun onderhoud.

Zij hebben ook met elkaar gemeen dat zij nooit van microbusiness gehoord hebben of van microlending. Zij werken gewoon hard en letten op de centjes. Misschien is dat het wel wat op de cursussen voor kleine ondernemers onderricht moet worden. Boekhoudcursussen en computercursussen zijn nooit weg natuurlijk, maar dat is niet de essentie. Ik heb veel karretjes op straat gezien die verse sinaasappelsap verkochten en die na een tijdje weer verdwenen zijn, zo ook hotdogkarretjes en nu vruchtensapkarretjes (batido). De vrouwen in de Nieuwe Markt staan er al twintig jaar.

K.

1 comment:

DarJulIs said...

ik krijg zin om naar Korsou te gaan en me te laten verwennen door deze vrouwen. ik ruik en proef het al. ik moet naar huis om te gaan eten...