(Dit verhaal is eerder verschenen als column in het Antilliaans Dagblad)
Ibi gaat vandaag niet naar school, hij blijft thuis om de kastanjes klaar te maken die ’s avonds verkocht moeten worden. Zijn moeder ligt in bed met een steeds vaker terugkerende hoofdpijn. Zij heeft een doek om haar hoofd gebonden, doordrenkt van awa maravia, een wonderwater tegen alle kwalen. Tegen haar hoofdpijn werkt dit wondermiddel echter niet zo snel.
Ibi haalt eerst een zak kastanjes, fruta di pan, bij de Venezolaanse barkjes. De zak is te zwaar om te dragen, hij vervoert hem in een garoshi die hij zelf in mekaar heeft getimmerd van een aardappelkist. De wiel is van een oude step die hij op de vuilnishoop heeft gevonden. Daarna worden de kastanjes in een grote kerosineblik op een vuur van houtskool gekookt. Dat koken duurt een paar uren. De kastanjes moeten dan afkoelen en in kleine zakjes verpakt worden. Er hoort ook een stukje kokosvrucht bij. Hij moet niet vergeten ook een paar gedroogde kokosnoten mee te brengen.
Er is vanavond een belangrijke voetbalwedstrijd in het rifstadion en die kans mogen zij niet missen, de kastanjes zijn een voorname bron van inkomsten. Het is niet erg dat hij vandaag niet naar school gaat, want het is woensdag en er is maar halve dag school. Zij hebben trouwens ook zwemles en hij kan al zwemmen, hij zwemt als een vis, alle jongens van het Rif kunnen zwemmen.
Het huis waar Ibi en zijn moeder in wonen is niet meer dan een vertrek van vier bij vijf, dat vroeger dienst deed als koetshuis. Een deel van de ruimte is afgeschermd met een schot van hardkarton en een gordijn, dat is de slaapkamer van zijn moeder. Daar trekt zijn moeder zich terug als zij bezoek krijgt van een vriend. De laatste tijd komt Hosé vaak. Ibi krijgt van Hosé altijd twee kwartjes en dan gaat hij als de bliksem naar de chinees in West-End om een loempia en een rode limonade te kopen. Wanneer hij weer thuiskomt is Hosé al weg en baadt zijn moeder zich in een teil in de slaapkamer. Ibi moet een emmer water aandragen.
Koken en afwassen gebeuren buiten op een tafel naast de voordeur. Naast de tafel staat een ton met drinkwater, afgedekt met een doek tegen het stof en de muskieten. Het huis heeft geen toilet en stromend water. De nachtelijke behoeften doen Ibi en zijn moeder in een emmer. ’s Morgen vroeg, voordat de buurt wakker wordt, gaat zijn moeder de emmer ledigen in een van de openbare toiletten op het Rif. Als zij geen zin heeft om zover te lopen en niemand kijkt, dan smijt zij de troep op het open plein achter het huis. De zon doet overdag haar werk.
Ibi heeft een jaar op het Sint Thomas College gezeten en deed het uitstekend op school, maar zijn moeder kon het schoolgeld van vijf gulden per maand niet opbrengen en moest Ibi naar het Sint Vincentius College, skol di pòrnada. Ondanks het schoolverzuim is Ibi onafgebroken de eerste van de klas. Voor taal en rekenen krijgt hij nooit minder dan een negen. Hij houdt van lezen, maar hij heeft thuis geen boeken. Iedere middag na school gaat hij rondneuzen in boekhandel Van Dorp in de Breedestraat en als niemand hem ziet gaat hij stiekem in een hoek een boek zitten lezen. Als hij gesnapt wordt door het winkelpersoneel, dan wordt hij eruit gegooid. Behalve door een dikke, goedlachse mevrouw, die doet alsof zij hem niet gezien heeft. Later wilt hij advocaat worden, hij vindt de boeken waarin advocaten voorkomen heel spannend. Nu eet hij alleen maar advocaat op brood.
Ibi is na een lange studie inderdaad advocaat geworden. Hij woont nu in Jan Sofat, maar zit iedere zaterdagmiddag in Netto Bar, hij is zijn oude buurt niet vergeten. De wijk waar hij woonde heette Rochi. Rochi en andere buurten moesten wijken voor de viaduct, die een stuk romantiek van Otrobanda verwoest heeft. De bewoners werden ondergebracht in volkswoningen in wijken zonder coherentie en sociale controle, broeihaarden van drugshandel en andersoortig misdrijf. De moeder van Ibi, een grote zwaargebouwde vrouw, de schrik van de buurt –zij kon geen zin zeggen zonder minstens vijf keer het woord k... te gebruiken- heeft de verhuizing niet overleefd.
Otrobanda is sexy en Otrobanda is van het volk. Dit is een contradictio in terminis, als iets sexy is dan wordt het van het volk afgenomen en dat gebeurt nu met het rifgebied. Men kan een economische ontwikkeling niet tegenhouden, prediken de wijzen. Maar een economische ontwikkeling zonder sociaal gezicht is kortzichtigheid en vragen om problemen op termijn. Misschien kan Ibi dit beter uitleggen.
K.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
bo ke mi yudabu
hinka rudiya
bo ke mi yudabu
supliká
bo ke mi siñabu
lubidá
mi ke pa bo keda
kaminda bo ta
Diana Marquez
Post a Comment