Angandi, mijn overgrootmoeder, liep elke dag, behalve zondag, van Montaña Abou naar Pietermaai om de hele dag voor Shon Huppeldepup te strijken en het huishouden te doen. Zij vertrok om vier uur in de ochtend met een bundel kleren op haar hoofd en liep via de Seru Loraweg en Saliña naar de stad. ’s Middags keerde zij weer te voet terug.
Dit heb ik van horen zeggen, maar wat ik mij van Angandi herinner, is dat zij plankmager was en op haar negentigste nog kaarsrecht liep. Zij was aan het dementeren, elke dag pakte zij haar bundel kleren en maakte zich klaar om te vertrekken. Heel vaak moesten wij haar terughalen, helemaal op het veld van Montaña Abou, waar nu de volkswoningen staan. Zij was de hele dag in het weer en kon geen moment stil zitten. Zij stierf op hoge leeftijd en ik kan mij niet herinneren dat zij ooit ziek was. Dit waren andere tijden.
Tegenwoordig is bewegen een cult geworden. Er worden beloningen in het vooruitzicht gesteld om de mens van zijn stoel af te krijgen. Gezondheidsorganisaties organiseren campagnes voor bedrijven en individuen om in groepsverband een paar stappen te lopen. Wie volhoudt wordt in de bloemetjes gezet. Bedrijven organiseren voor hun werknemers wandeltochten van een half uur, gezonde lunchmaaltijden, gematigde fitness programma’s, gratis of voor de halve prijs, en de werknemer die aan alles meedoet wordt uitgeroepen tot held.
Desondanks klagen de overheden van alle westerse landen dat de kosten van de gezondheidszorg de pan uitrijzen en dat het gebrek aan beweging de grootste boosdoener is. Het is aangetoond dat de zogenaamde welvaartsziekten zoals hoge bloeddruk, hoge cholesterolgehalte, suikerziekte en zelfs bepaalde vormen van kanker bevorderd worden door een zittend leven. Commissies ter bestrijding van obesitas worden opgericht en bemand door te dikke leden. Volksvertegenwoordigers geven niet het goede voorbeeld en zo ook bij ons op Curaçao.
Het is mode om vanaf een bepaalde leeftijd zich in gesprekken zorgen te maken over zijn of haar gewicht en lichaamsomvang (een grote hangbuik bij mannen en te dikke billen bij vrouwen) en om allerlei akelige diëten uit te proberen. Op feestjes worden met een vies gezicht hapjes geweigerd en aanstellerig ‘gewoon’ een glas water uit de kraan besteld. Vaak zonder zichtbare resultaten en je hoort ze klagen: ik eet niets en toch kom ik aan. Vanuit het oogpunt van de fysica natuurlijk je reinste onzin, er bestaat nog zoiets als het materiaalbalans. Ieder pondje gaat door het mondje.
Naast het materiaalbalans, bestaat ook het energiebalans. Je valt alleen af wanneer je meer energie verbruikt dan dat je inneemt. Bij het uitvoeren van je normale dagelijkse werkzaamheden verbruik je energie. Een volwassen man verbruikt gemiddeld 2500 kilocalorieën per dag en een volwassen vrouw gemiddeld 2000 kilocalorieën. Een lekkere stobá met rijst in de Oude Markt tussen de middag is algauw 1500 kcal, twee biertjes 250 kcal en een kop koffie 50 kcal. Zo’n lunch komt dus op een totaal van 1800 kcal. Als het avondeten in orde van 1200 kcal is en het ontbijt 500 kcal, dan is je intake die dag 3500 kcal. Bij een man 1000 kcal teveel. Bij een vrouw laten wij de biertjes weg en een boterham minder, en dan komen wij ook uit op 1000 kcal teveel. Die overtollige calorieën worden opgeslagen in de vorm van vet, een reserve voor slechte tijden.
Wat nu? Die overtollige 1000 kcal moeten verbruikt worden. Dit kan alleen door extra lichaamsactiviteit te ontplooien, bijvoorbeeld wandelen. De moderne mens heeft daar hulp bij nodig. Daarvoor is er een apparaatje op de markt gekomen: de stappenteller. De theorie is dat een persoon tienduizend stappen per dag moet afleggen. Bij een normale lengte en normale stappen komt dit neer op 7.5 km per dag, voor de meeste mensen niet weinig. Een man verbruikt bij het afleggen van 7.5 km gemiddeld 650 kcal en een vrouw 500 kcal. Die tienduizend stappen zijn dus niet toereikend. Meer stappen zitten er niet in. Dan toch maar een happenteller?
K.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment