Het toestel op de vergadertafel piept twee keer. Een mooi dingetje, wit met een zilveren rand in een wit etuitje. Linda Treurniet pakt het snel op en drukt op een toets. Johan van den Bergh, verkoopmanager van IT4U, twijfelt. Moet hij doorgaan met de presentatie of moet hij even stil blijven? Linda kijkt met een schichtige blik op en knikt dat hij door moet gaan. Johan had net iedereen in zijn greep, hij was vol zelfvertrouwen. Nog één plaatje en ik heb ze over de streep, dacht hij. Maar nu is hij hun aandacht kwijt. In een fractie van een seconde.
Linda kijkt op het scherm en leest het bericht. Mariëla is bevallen van een meisje. Dat het een meisje was, wisten zij allang. Tegenwoordig weet je alles van te voren. De medische wetenschap staat voor niets. De dokter heeft zelfs al de intelligentie van het kind vastgesteld aan de hand van het aantal schoppen per tijdseenheid tegen de buik van de moeder.
Linda glimlacht. Niet tegen Johan, maar tegen zichzelf. Zij wordt de madrina, dat was afgesproken. Nee, niet daarom glimlacht zij. Zij glimlacht omdat in het bericht staat dat Michael de padrino wordt. Een knappe jongen, die Michael. Zij was al een tijd aan het broeden op hoe zij met hem in contact kon komen. Nu komt hij uit de hemel vallen.
Johan is toch niet doorgegaan met de presentatie, hij wacht totdat Linda weer opkijkt. Linda Treurniet MBA is de Financieel Manager van Bo Banko N.V. en Johan wil een nieuwe accounting software aan de bank slijten. Linda kijkt aandachtig op. Johan herhaalt wat er op het vorige plaatje stond: de tien voordelen van de nieuwe software. Linda knikt instemmend. ‘Piep, piep,’ gaat het toestel weer. Linda kijkt en krijgt de slappe lach. Een foto van Michael.
In het dorp Kitengui in Bas-Congo dansen de vrouwen in het rond van blijdschap. Er is een meisje geboren, gezond en wel. De goden worden bedankt. De moeder van veertien maakt het ook goed. De vader mag het kind nog niet zien. Twee weken later krijgt de familie in het dorp Niala, 200 kilometer verderop, bericht van de geboorte van hun nicht. Zij heet Dime Robo: zij die voor een dubbeltje geboren is. Het bericht wordt doorgeseind en komt een week later aan in het volgende dorp: ‘Onze nicht is geboren in Kitengui en zij heet Dime Robo. Volgende maand is het doopfeest.’ ‘Robo?’mompelt de dorpsoudste. ‘Zij die nooit een kwartje wordt?’
Jessica zit in haar auto, een grote grijze SUV, op de parkeerplaats van Fort Nassau. Het is zondagochtend zes uur. De parkeerplaats is verlaten, op een witte Toyota na die een eindje verderop geparkeerd staat. Toen Jessica aankwam rijden heeft zij gezien dat er jong stel in de auto zit. Zij heeft haar auto geparkeerd met de neus naar de straat en de motor en de lichten aan. Zij kijkt op de klok. Wat raar. De meiden zijn nooit laat. Integendeel, zij komt meestal als laatste aanrijden.
Zij beginnen precies om zes uur te lopen. Berg af richting CPA en dan linksaf naar Telecuraçao. Dat is het makkelijke gedeelte. Maar nu terug. Vijf keer heen en terug. Zij moeten terug, de auto’s staan boven op de heuvel geparkeerd. Psychologisch bedacht.
Het is tien over zes. Nu moet zij wel gaan bellen. Het kan toch niet dat zij zich alle vijf verslapen hebben. Linda proberen. Geen gehoor. Nog een keer. Eindelijk, Joyceline.
‘Hallo?’ klinkt een slaperige stem.
‘Met Jessica, ik sta hier alleen, wat is er gebeurd?’
‘Wat bedoel je? Er is niets gebeurd. Wij hadden gisteravond een doopfeest. Linda heeft iedereen gepingd op hun BlackBerry.’
‘Ik heb geen BlackBerry,’ antwoordt Jessica onnozel.
‘O nee?’ klinkt het verbaasd aan de andere kant van de lijn. ‘Waar leef je?’
‘Moet ik zo’n ding hebben dan?’ wil Jessica zeggen, maar Joyceline heeft al opgehangen.
K.