Sunday, April 3, 2011

Middelmatigheid

Het elftal loopt trots het veld op in het nieuwe uniform, een zwarte broek en een gele trui: de Geelbuiken van Banda Riba. Chapè vloekt en schopt een steen weg met zijn kromme rechtervoet. Hij blijft op de bank, hij speelt niet mee. Je bent twee keer niet komen trainen, zegt de trainer, dus je doet niet mee. Maar ik heb uitgelegd waarom ik niet kon, antwoordt Chapè boos. De trainer is al op het veld instructies aan het geven aan de spelers. Zij spelen tegen de Kachapas van Banda Bou. Het is een belangrijke wedstrijd, de winnaar moet Curaçao vertegenwoordigen tijdens de regionale kampioenschappen in Suriname.

Chapè of Welek, zo wordt hij ook wel genoemd omdat hij bliksemsnel is, vindt dat hij de beste speler van de club is. Waarom moet hij trainen? Met zijn kromme rechtervoet weet de keeper nooit welke richting hij de bal uitschopt. Hij is degene die altijd de strafschoppen neemt. De keeper springt naar links en de bal rolt rechts het doel binnen. Nu zit hij op de bank. Wij gaan verliezen, bromt hij. Een schande.

Hij vindt het vooral een schande omdat allebei zijn vriendinnen op de tribune zitten, onwetend van elkaar. Allebei zijn komen kijken hoe hij de doelpunten maakt. Zeker drie, had hij beloofd.
Het eerste doelpunt valt, één nul voor Banda Bou. Nu kunnen zij niet zonder mij, denkt Chapè en maakt gebaren naar de trainer. Deze schudt met zijn hoofd van nee. Goooool, twee nul voor Banda Bou. Wat een lamzak, gromt Chapè.

Andrew Jones, Churandy Martina, Jean-Julien Rojer, wat hebben zij met elkaar gemeen? Zij zijn allemaal hier geboren. Akkoord, wat nog meer? Zij zijn alle drie internationaal bekend. Goed, maar nog iets. Hmmm, de lezer denkt na. Nee, wat dan? Alle drie oefenen zij vele uren per dag.

Ja, mijn dikke bult, zegt Chapè, ik moet ook nog werken. Elke dag een paar uur trainen, ben je gek. Twee keer per week is meer dan voldoende.
Er is een regel die zegt dat als je de top wil bereiken in sport, muziek, kunst, etc. of deskundig wil zijn op het een of ander gebied, je 10.000 uur daaraan besteed moet hebben. Alle drie de namen die wij genoemd hebben en waar wij trots op zijn, hebben de 10.000 uur ruimschoots overschreden.

De Canadese schrijver Malcolm Gladwell heeft in zijn boek Outliers: The Story of Success deze zogenaamde 10.000 uur regel populair gemaakt. Volgens Gladwell wordt succes meer bepaald door inzet dan door talent. Natuurlijk speelt talent een rol. Als je twee linkerhanden hebt, word je nooit een goede timmerman.
Ook de omgeving speelt vaak een doorslaggevende rol, zegt Gladwell. Waarom komen zoveel wiskundigen uit China, hardlopers uit Ethiopië, musici uit Cuba? Omdat de omgeving dat stimuleert. Er worden uren in geïnvesteerd. Bewust of onbewust. Wat stimuleren wij?

Middelmatigheid, zegt Reginald V. Römer tijdens de presentatie van zijn nieuwste boek: Sapaté, na bo sapatu! Een boek, 742 bladzijden dik, vol spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen in het Papiaments, met de equivalente vertalingen in het Nederlands, Engels en Spaans. Er staan 10.600 uitdrukkingen in, waaronder natuurlijk herhalingen, want een uitdrukking waar kat en muis in voorkomt, is te vinden onder ‘kat’ en onder ‘muis’.
Middelmatigheid, zegt Römer, omdat wij kiezen voor de weg van de minste weerstand en de tijd niet nemen om iets goed te doen. Dat hij de nodige uren heeft geïnvesteerd in het boek, is evident.

Ik sla het boek open op een willekeurige bladzijde. Mòfi di: ‘Mi ta traha mi kas, pero ku su dak’. Engelse vertaling: If a thing is worth doing, it’s worth doing well. / Do what you do with all your might.
Hé, wat toevallig.

No comments: