Amper heeft de mens rechtop leren lopen en komt hij met zijn hoofd boven het grasveld uit, of hij ziet ginder een wezen dat ook rechtop loopt en ook met zijn hoofd boven het grasveld uitkomt, en dat wezen lijkt heel erg veel op hem. Te veel zelfs. Ha, denkt de mens –nee, hij kan nog niet denken- ha, mompelt de mens, mijn evenbeeld en gelijkenis, en hij pakt zijn knuppel en slaat zijn medemens de hersenpan in. Ziezo.
De mens loopt verder en zwaait onwennig met zijn armen, die gisteren nog zijn voorpoten waren, en al zwaaiend met zijn armen ontwikkelen zich nieuwe cellen in zijn hersenen en de mens wordt intelligent. Nu kan hij wel denken.
In gedachten verzonken hoort de mens een gebrul achter hem. Hij draait zich om en staat oog in oog met een leeuw. Of is het een tijger? Om het even. Wat begint de mens tegen zo’n roofdier? Hij heeft geen klauwen, hij heeft geen scherpe tanden. Wegrennen? Hij heeft te korte benen. Denken? Helaas geldt de wet van de sterkste en niet de wet van de slimste. De leeuw valt aan.
Hoe oud is de mens als hij in stukken gereten wordt?
De mens loopt niet meer naakt in het veld. De mens heeft zich een hutje gebouwd en zich een stuk akker toegeëigend, waarop hij yam en zoete aardappelen verbouwt, en ook sorghum. Hij heeft een gnoe gedomesticeerd, die elke ochtend een emmer warme melk geeft.
De mens heeft geleerd om de wereld in twee groepen te verdelen: zijn stamgenoten en de rest, de vijand. Hij trekt eropuit om de vijand de hersenpan in te slaan. Boem, pats, krak. Ziezo.
Maar dan komt de droge tijd. De droge tijd? Nooit van gehoord. Voedsel gehamsterd? Moest dat? Dus daar is de droge tijd en niets groeit meer. Geen yam, geen zoete aardappel, geen sorghum, niets. De gnoe loopt erbij als een levend skelet en geeft alleen nog maar een druppel bloed bij het melken.
De mens trekt eropuit, maar bij de vijand groeit ook niets. Trouwens, de mens is te zwak om hersenpannen in te slaan. Wat te doen? Een kind opofferen aan de regengod, en nog één en nog één.
Hoe oud is de mens wanneer hij aan de honger bezwijkt?
De nieuwe hersencellen blijven groeien en de mens is nu de baas van de natuur. Een leeuw? Laat maar komen. De droge tijd? Laat maar komen. En de mens groeit in aantal en bouwt huizen naast elkaar, boven elkaar, onder elkaar. Gehuchten worden dorpen, dorpen worden steden, steden worden metropolen.
Maar wat hij eet, moet er ook weer uit, en waar moet de mens dat allemaal laten? In de riolen, in de sloten, in de rivieren. Hoe staat het met het drinkwater? Ja, hoe staat het daarmee? Niet mijn zorg, zegt de elite. De elite, een nieuw soort mens dat alles heeft. De andere mens, die dus niets heeft, heet nu het volk.
De mens krijgt gezelschap. Ratten! Ratten die zich tegoed doen aan de troep die de mens weggooit. De ratten hebben ook gezelschap. De Zwarte Dood.
Hoe oud zijn de elite en het volk als de Zwarte Dood toeslaat?
De mens wordt slimmer, maar niet wijzer. Hij splitst atomen en voelt zich machtig. De heerser van de schepping. Met een druk op de knop kan hij de wereld vernietigen. En ook zichzelf, realiseert hij zich tot zijn schrik.
Eindelijk wordt de mens wakker. Het kan zo niet langer. Milieu dit en milieu dat. Groen zus en groen zo. Longevity. Oud worden wordt een wetenschap. Hoe word je gezond en vitaal ouder?
Heel simpel, zegt Tante Alice Kuster, die pas negentig is geworden. Groente en fruit eten, niet roken en niet drinken. Trutru.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment