Perucho is een opperbeste kerel, hij is altijd goed geluimd. Wanneer hij lacht, dan schudt zijn dikke buik en slaat hij jou met zijn grote, met olie besmeurde hand op de schouder.
‘Heb je deze al gehoord, Kampion?’
Hij noemt iedereen Kampion en dan vertelt hij een mop die hij al duizend keer heeft verteld. Toch moet je schaterlachen, want hij vertelt hem telkens anders.
Wanneer je zijn erf oprijdt, herkent hij je auto van verre en begint hij alvast een technisch verhaal te verzinnen waar kop noch staart aan zit.
‘Kampion, de bezinksel van de gasoline in de tank verstopt de leidingen, daardoor hapert de gasolinepomp en slaat de motor af, jij rijdt te weinig. Parkeer hem naast die witte Toyota daar.’
Zijn erf is bezaaid met autowrakken waar hij onderdelen uit haalt om andere auto’s mee aan de praat te krijgen. Hij heeft de magische kracht om klanten aan zich te binden. Wie een keer zijn auto voor reparatie bij hem brengt, blijft terugkomen, al is het voor het ijskoude bier dat zijn Colombiaanse vrouw aan het raam verkoopt. Maar eerder omdat Perucho het ene defect verwisseld heeft voor een ander.
Onderweg oefen je de volzinnen waarmee je hem naar zijn grootje gaat sturen en hem duidelijk gaat maken dat dit de laatste keer is dat je de auto brengt voor hetzelfde mankement en dat hij anders een claim aan zijn broek kan verwachten. Maar wanneer hij je met zijn lach begroet en zijn vrouw je omhelst dan vervluchtigen de boze woorden en verwijt je jezelf dat je zo ongeduldig van aard bent.
‘Kampion, que toma, mi amor? Una cerveza bien fría?’
Ik bedank vriendelijk, want de vorige keer ben ik na tien biertjes met Perucho op stap gegaan en in de ochtenduren thuisgekomen, terwijl mijn auto een week lang op zijn erf was blijven staan zonder te starten. Dit overkomt mij geen tweede keer.
‘Kampion, komt er een vrouwtje in Pizza Hut en bestelt een kleine pizza. “Moet ik de pizza in vier of zes stukken snijden, mevrouw?” vraagt de bediende. “Doe maar vier, want zes krijg ik nooit op,” antwoordt het vrouwtje.’
Hij valt bijna om van het lachen. ‘Snap je hem? Zes stukken krijgt zij niet op, mi tata dushi,’ proest hij uit. Zijn vrouw komt aanrennen met een glas water. ‘Perucho, doe rustig aan, denk aan je bloeddruk.’
‘Kampion, jij rijdt nog steeds rond met een gekleurde nummerplaat. Je moet hem inruilen anders riskeer je dat je aangehouden wordt.’
Ik antwoord dat ik daar nog geen tijd voor heb gehad en dat ik die hele toestand met de nummerplaten heel belachelijk vind.
‘Je hebt gelijk, Kampion, het is te gek om los te lopen. Ik heb uren in de rij gestaan om voor de hele buurt nummerplaten op te halen. Deze mensen betalen altijd heel vroeg en voor het hele jaar, net als jij, Kampion.’
De garage van Perucho staat midden in een chique wijk en onder normale omstandigheden was hij allang weggepest door de bewoners. Maar niet in het geval van Perucho. Hij verricht hand-en-spandiensten voor de buren en zij kunnen hem op ieder uur van de dag bellen wanneer zij motorpech of een lekke band hebben.
‘Ja,’ vervolgt Perucho, ‘nu mag ik weer in de rij gaan staan. Al die gestudeerde koppen bij de overheid, kunnen zij hun verstand niet gebruiken? De mensen die op tijd hebben betaald worden nu gestraft omdat zij zo braaf zijn geweest. Begrijp je nu waarom ik pas op het laatste moment betaal en ook maar voor een half jaar. Ik kan mijn geld voor betere dingen gebruiken.’
‘Una cerveza, mi amor?’
Ik kan de verleiding niet weerstaan en bestel ook eentje voor Perucho.
‘Ik begrijp het niet, Kampion. Waarom moeten de mensen hier altijd iets twee keer verkeerd doen, voordat zij het de derde keer goed doen. Waarom kan het niet meteen de eerste keer goed?’
Dat bedoel ik maar net, antwoord ik, driemaal is scheepsrecht.
K.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment