Monday, March 15, 2010

Over mannen

Ik ben geen luistervink, maar alle gesprekken die ik gisteren opving van de jongedames tijdens de wandeltocht van Walking Funny, gingen over mannen. Wij vertrokken om zes uur ’s ochtends vanaf het SDK na eerst het volkslied te hebben gezongen. Vóór mij liepen twee dames.

‘...en zij kan maar geen partner vinden,’ zei de een met te breed uitgevallen heupen.
‘Natuurlijk niet,’ antwoordde de ander met gelatinebillen, ‘zij denkt dat zij God’s gift on earth is en wacht op de prins op het witte paard. Haar moeder heeft haar wijsgemaakt dat zij het mooiste meisje van het eiland is en dat alle mannen op haar geld uit zijn.’
‘Wat geld? Zij is zo gierig als Dagobert Duck. Zij rijdt al drie jaar in die kleine Toyota, terwijl zij zich best een SUV kan permitteren. Eergisteren belde zij mij in alle staten op om haar te komen halen. Zij had autopech op de Fokkerweg. De motor was afgeslagen en wilde niet meer starten. Zij had geluk dat zij nog niet de brug was opgereden.’
‘Ben je haar gaan halen? Waarom had zij niet een van die vele mannen gebeld die in De Heeren om haar heen fladderen?’

De gelatinebillen keek om. Ik liep haastig door. Wij waren Bon Biní Supermarkt gepasseerd en liepen in de richting van de Snipweg. Ik rook vers brood van de bakkerij. Een auto toeterde, ik lette even niet op het verkeer. Voetgangers hebben beslist geen voorrang, ook al zijn zij met een paar honderd man. De eerste waterpost. Ik nam twee plastic zakjes ijswater en haalde drie wandelaarsters in. Ik rook de geur van hun wetlook.

‘Wist jij dan niet dat zij met Erwin gaat? Dat is oud nieuws, dushi. Wij noemen hen Mr. en Mrs. Wednesday Night, want je ziet hen alleen woensdagavond samen in Olé Olé. Dan doen zij alsof zij elkaar toevallig daar ontmoet hebben. Zij denken dat iedereen gek is. Ik heb een keer met hen staan praten. Wat een saaie donder is die vent. Hij praat alleen maar over zijn werk en denkt dat hij de wijsheid in pacht heeft. Op zijn business kaart staan wel vijf titels achter zijn naam. Hij heeft blijkbaar in zijn studententijd alleen maar gestudeerd en had geen tijd voor meisjes. Een vogeltje heeft mij in het oor gefloten dat zij nog niet verder zijn gekomen dan een beetje zoenen en zij gaan al zes maanden met elkaar.’
‘Dan kan zij beter bidden tot Sint Erectus-in-de-grot.’

De derde die alleen maar had geluisterd, kreeg de slappe lach. Zij voelden mijn adem in hun nek. Ik glimlachte vriendelijk en knipoogde naar de eerste. Zij trok een gezicht alsof zij verse stront rook.

In de Snipweg hoorde ik iemand roepen. Ik liep voorbij het huis van een bevriend echtpaar. ‘Kompader!’ Ik hield mijn pas in. Zij stonden bij het hek. ‘Lust je versgeperste sinaasappelsap?’ En of ik dat lustte. IJskoud. Op dat moment passeerden drie slanke meisjes met een rotvaart. ‘Ik moet verder,’ antwoordde ik in de eerste versnelling.

Bij de verkeerslichten van Biesheuvel hielden agenten op motorfietsen het verkeer tegen. Gelukkig maar, anders had Walking Funny een paar leden minder. Hielden zij maar de drie slanke meisjes ook tegen, want die lieten zich niet inhalen. Ik versnelde mijn pas, het baatte niet. Toen kwam de redding. Een van de meisjes stopte en bukte om haar veters vast te maken. De andere twee wachtten op haar. Het ene meisje stond op en zij liepen weer verder. Zij hadden turboschoenen aan, ik had hen bijna ingehaald. Een kennis kwam naast mij lopen en knoopte een gesprek aan. Ik had geen zin om te praten en deed alsof ik last had van mijn knieën. Hij liep door.

Bij de rotonde van Saliña liepen tot mijn verbazing de drie slanke meisjes vóór mij. Zij waren gezellig aan het babbelen en hadden geen haast meer. Ik hield mijn pas in en bleef achter hen aan lopen.

‘... ja, jullie kennen hem vast en zeker. Hij heeft een ronde kale kop en loopt iedere ochtend bij Jan Thiel. Een heel aardige vent.’

Verrek, dacht ik, hebben zij het over mij?

K.

No comments: