Friday, March 12, 2010

Schrijven

Ik heb een gelukkige jeugd gehad.
Mijn ouders waren niet gescheiden.
Mijn vader bemoeide zich niet met de opvoeding, dus kreeg ik nooit met de riem.
Ik at bij mijn oma, zij kookte lekkerder dan mijn moeder.
Ik ben niet misbruikt door de fraters.
Wanneer mijn oom dronken was, kreeg ik een gulden in plaats van een kwartje.
Sinterklaas liet bij mijn tante altijd een cadeautje achter voor mij.
Wij sliepen op de vloer, maar ik mocht in de vooravond op het bed van mijn opa slapen.
Ik vond een boterham met bruine suiker lekker.
Funchi met geraspte kaas ook.
Als oudste kind droeg ik nooit tweedehands kleren.
Ik hoefde geen misdienaar te worden.
Ik hoefde niet op het schoolplein in de felle zon te staan, omdat ik geen schoolgeld betaald had.
Het vriendinnetje van mijn vader had geen naam.
Mijn moeder had geen vriendje.
In mijn straat woonde maar één homo.
Chia was overdag geen prostituee.
De pastoor friemelde niet met zijn hand onder zijn habijt tijdens de biecht..
Ik was verliefd op het mooiste en kuiste meisje van de buurt.
Waar moet ik nou in hemelsnaam over schrijven?

K.

No comments: